Inbraakpreventie

Realiseer je dat wanneer je de vitrage of gordijnen voor het raam open laat, een inbreker kan zien wat je allemaal in huis hebt. Inbraakpreventie begint dus al bij de inrichting van je huis en je dagelijkse routine.

Inspectie buitenshuis
Rondom het huis moeten zich geen attributen bevinden die de inbrekers kunnen gebruiken om binnen te komen. Ladders of trappen kun je dus beter niet zonder slot in de tuin of in een openstaande schuur laten staan. Ook groot gereedschap zet je het best achter slot en grendel. Sluit de kelderramen en voorzie ze -indien mogelijk- van inbraakveilige roosters.

Denk als een inbreker
Een inbraak begint, behalve als je een deur of raam laat openstaan, met het forceren van een raam of deur. Bekijk alle plaatsen waar kan worden ingebroken. Kan bijvoorbeeld de bovenverdieping worden bereikt via bomen die dicht bij de gevel staan of via het balkon, afvalcontainer, dakgoot of het latwerk van je klimplanten? Ook het toiletraampje is een potentiële ingang. Vaak met eenvoudig gereedschap, zoals een tang, schroevendraaier of koevoet, verschaft de inbreker zich eenvoudig toegang in je woning. Maak het de inbreker daarom zo moeilijk mogelijk maken, waardoor hij zich bedenkt en het dan maar ergens anders gaat proberen.

Als je een eenvoudig klavierslot in de deur wilt vervangen voor een veiliger cilinderslot moet je een aantal essentiële zaken noteren.
1. De diepte van het slot in de deur.
2. De onderlinge afstand tussen dagschoot en nachtschoot. Standaard is 110 of 72 mm
3. De lengte van de cilinder is gelijk aan de dikte van de deur en is standaard 60 mm

Heb je er al een cilinderslot inzitten, dan moet de nachtschoot er minstens 20 mm uitkomen. Bij vervanging heb je het minste werk als je dezelfde maten van de slotkast en de voorplaat neemt. Gaat dat niet, dan neem je een slot met een grotere voorplaat en komen de nieuwe schroeven op een andere plaats in het hout te zitten. Of je kiest voor een loopslot.

Bij een gesloten sluitkom kan een inbreker niet met een schroevendraaier de nachtschoot terugduwen. Om een sluitkom te plaatsen, moet je op de plaats van de twee aparte gaten voor de schoten de ruimte volledig uitboren.

Met een dievenklauw voorkom je dat een inbreker de deur eruit kan lichten.
Boor in de deur ongeveer 5 cm onder elk scharnier een gat met een diameter van 10 mm en een diepte van 30 mm. Plaats de pen in de deur met de pin naar boven.
Druk de deur vervolgens dicht; de pinnen hebben door het dichtdrukken een putje achtergelaten op de plaats waar de busjes moeten komen. Boor de gaten in het kozijn met een boor van 17 mm op een diepte van 20mm. Je kunt nu de bussen in de gaten plaatsen. Per deur kun je 3 dievenklauwen plaatsen.

Wil je de buitendeur nóg beter afsluiten, dan kun je nog een extra bijzetslot plaatsen onderaan de deur. Dit bijzetslot monteer je op precies dezelfde manier als het centrale slot in het midden van de deur. Is er geen plaats voor? Dan kun je een oplegslot op de deur erbij plaatsen.

Bij schuifdeuren en schuiframen kun je een cilinderslot monteren met een stift. Deze stift wordt in het schuivende gedeelte gestoken. Het cilinderslot bedien je met een sleutel. In gesloten stand kan de schuifdeur of raam niet geopend worden.
Dit systeem kun je ook toepassen op dakramen zoals een Velux. Dakramen worden vaak vergeten. Bij een Veluxraam kan een inbreker vanaf het dak met een schroevendraaier door de ventilatiekap de grendel aan de binnenzijde omhoog drukken en openen. Het cilinderslot met stift voorkomt dan het kantelen van het raam.

Met een meerpunts-inbouwslot wordt de deur op 3 verschillende plaatsen verankerd. De drie sloten worden door één enkele sleutel bediend. De montage gaat op dezelfde manier als een enkelvoudig slot, alleen de sluitplaat loopt over de hele lengte van de deur.

Meerpuntssloten zijn ook verkrijgbaar als oplegslot. Een oplegslot heeft het voordeel dat het zonder ingrijpende veranderingen op de deur kan worden bevestigd. Het centrale middelste slot wordt op dezelfde manier gemonteerd als een enkel oplegslot. De twee stangen verbinden twee verankerpunten; één boven en één onder. Zaag de uiteinden van de twee stangen op de gewenste lengte en monteer de bijbehorende geleiders. Let er op dat de stang-einden langer moeten zijn dan de deur, omdat die in gesloten stand in de slotplaten boven en onder moeten vallen. Eerst monteer je de bovenste slotplaat in het bovenkozijn. Daarna maak je een eventuele uitsparing in de vloer, voor het opsluiten van het onderste stang-eind. Controleer daarna of alles soepel draait.

Voor of achter een kelderraam kun je veiligheidsstangen aanbrengen. Voor raamkozijn van standaard afmetingen kun je vaak een kant-en-klaar hekwerk of balk kopen. Maar je kunt het ook zelf maken. Maak een gelijke verdeling van de ruimte tussen de kozijnen van ongeveer 20 cm en markeer de plaats van de stangen. Boor of sla met een beitel de vereiste gaten (van minstens 8 cm diep) in het metselwerk. Controleer of de stangen zowel verticaal en horizontaal goed zitten en metsel de stangen in met cement.

Om ongenode gasten niet zelf binnen te laten, kun je een deurspion in de deur plaatsen, waarmee je kunt zien wie er voor de deur staat. Boor op ooghoogte (±1,65m) een gat door de deur met een diameter die op de verpakking van de deurspion staat aangegeven. Schroef de 2 lensdelen op elkaar tot aan de aanslag.

Een andere optie waarmee je kunt zien wie er aan de deur staat voordat je deze opent is een raamhaak of kierstandhouder. Deze biedt de mogelijkheid om een raam of deur op een kier te zetten zonder dat deze helemaal open kan.

Door het plaatsen van zelfklevende folie valt een ruit niet in scherven wanneer deze wordt stukgeslagen. Snij de folie op maat en plak deze op het glas. Het plakken van deze zelfklevende folie gaat gemakkelijker als je de ruit met een oplossing van water en zeep vochtig maakt. Hierna kun je met een raamtrekker het water onder de folie verwijderen en achtergebleven luchtbelletjes wegdrukken. Even laten drogen en klaar.

Met een verankerde brandkluis zijn al je kostbaarheden en documenten veilig tegen brand en diefstal. Bovendien hebben ze zo een vaste plaats en hoef je er nooit meer naar te zoeken. De meeste brandkluizen zijn uitgevoerd met een combinatieslot.
Om een brandkluis te plaatsen moet je in je woning een slimme plaats uitzoeken, bijvoorbeeld in een kast. Je kunt de kluis eenvoudig op een plank in de kast plaatsen en aan de achterzijde in de muur verankeren. Wil je het helemaal goed doen, dan kun je de kluis in de muur kappen en vervolgens vastzetten in het cement.